Sjanghai 1968


De volksrepubliek China bevond zich in de nadagen van het Mao Tse Tung tijdperk. In 1968 was de grote voorzitter President Centrale Militaire Commissie. In Sjanghai was daar nog niets van te merken. De sfeer ten aanzien van Europeanen die er immers sterk leken op Amerikanen was nogal grimmig. De stad hing vol met spandoeken met anti Amerikaanse propaganda. In allerlei teksten werden de Amerikanen uitgemaakt werden voor imperialisten. Zo werd de bevolking van de volksrepubliek China geïndoctrineerd. De westerse mens werd als een soort barbaar neergezet. Deze mens was dus per definitie slecht en was er principe op uit op de Chinese heilstaat op enig moment te veroveren.
Maar ja, je kon toch niet helemaal zonder die westerse producten. De grote sprong voorwaarts, een van de peilers van Mao's beleid, was aan het mislukken. Mao had staal nodig voor om zijn militaire apparaten te maken. Alle boeren werd opgedragen om alles wat op staal leek om te smelten. Dus hadden ze geen tijd om gewassen te verbouwen wat tot grote hongersnood leidde. Mao werd wat teruggefloten door de partij en het staal moest dus aangevoerd worden. En daar lag een hele lading van in de m.s. Sumatra.

Voordat we in Sjanghai arriveerden hadden we al geruime tijd voor anker gelegen. Rustig afwachten tot het de ambtenaren behaagden om ons binnen te roepen en de lading te lossen. In de salon werden we dan regelmatig bijeengeroepen om een delegatie van de grote voorzitter te ontvangen. Er werden dan een aantal citaten uit het rode boekje voorgelezen. Een duidelijk signaal dus aan die westerse barbaren hoe serieus het gedachtegoed van de Grote Roerganger Mao genomen diende te worden. We ondergingen die indoctrinatie sessies met de bekende ( geveinsde ) nederigheid die de Hollandse zeeman eigen is. Het was maar goed dat de Chinezen geen Hollands verstonden.
Onze hutten werden doorzocht. Op zoek naar bewijs dat we Taiwan aangedaan hadden. Daar verbleef namelijk de allergrootste vijand van Mao. Zijn concurrent Chiang Kai-Shek. We waren inderdaad eerst in Taiwan geweest. Maar dat mocht men niet weten. Het stond ook niet vermeld in scheepsjournaal en het machinekamer journaal. De koersen op de navigatiekaarten waren aangepast. Kortom niets leek erop dat we het afvallige Taiwan aangedaan hadden. De labeltjes waren uit de onderbroeken en overalls geknipt die we in Taiwan gekocht hadden.

 Uiteindelijk voor de kant in Sjanghai. Als je zo lang op zee vertoefd had wilde je wel weer eens de wal op. Het was ook wel even lekker om weg te zijn van het heroïsche geschal uit de luidsprekers. De havenwerkers werden doorlopend getrakteerd op citaten uit Mao's rode boekje gevolgd door vreselijke operette achtige jankmuziek. Dus een middagje stappen, samen met de marconist en de derde stuurman. We werden voortdurend gevolgd door groepjes mensen vooral met kleine kinderen. De kleintje keken met open mond naar die blonde barbaren. Wat zagen ze erg gevaarlijk uit. En ze zouden ook wel snel dronken worden en zo. Nou dat viel wel mee. Een gezellige bruine kroeg was er niet te vinden. Er zeker geen gelegenheid waar wij werden toegelaten. Maar ja, je wil wel eens wat. Uit balorigheid met de riksja naar de dierentuin. Foto's mochten niet genomen worden in het havengebied en buiten de stad. Wel in de dierentuin. Nou daar waren we snel klaar. Een paar verwaarloosde vogels en uitgehongerde leeuwen. Snel de dierentuin weer uit. Even een paar fototje's maken. Leuk voor thuis denk je dan. Jawel, bingo. Iets hard in mijn nek. Grapje van een collega denk je dan. Maar het was de loop van een geweer van een snotneus van een jaar of veertien oud. Groen uniform aan, pet op en een ongelofelijke fanatiek uitstraling. Ook mijn collega's werden onder schot gehouden. O ja, we mochten geen foto's nemen buiten de dierentuin en buiten de stad. ( zie foto ) Foutje, bedankt. Nou waren we dus gevangen als gevaarlijke spionnen. We werden naar een groot voormalig Engels huis gebracht. Neergezet op een stoel en goed onder schot gehouden. De rode gardisten pleegden zenuwachtige telefoontjes en daarna was het wachten. Communicatie met die lieden was niet mogelijk. maar ze hadden ook geen behoefte aan een gesprek met potentiële te dood veroordeelden wegens hoogverraad. Na een uur of drie verschenen er een delegatie van de geheime politie met een tolk. De ondervraging duurde uren. Daar werden we best wel wat nerveus van. We hadden nou niet echt de illusie dat ze zouden inzien dat we onschuldige zeelieden waren die even de benen wilde strekken. Zeker niet met een marconist in het gezelschap die ook nog eens onnozele opmerkingen zat uit te kramen. Ik zag mijzelf al zitten wegkwijnen in een Chinese gevangenis. Op een bepaald moment zagen ze toch in dat we niet de juiste personen waren voor een spectaculaire spionnen uitruil. De fotorolletjes werden ingenomen en we werden in een zwarte auto geladen en linea recta terug naar ons veilige stukje Hollandse bodem in de haven. Het ritje was ook nog wel even spannend. We wisten namelijk niet waar we heengebracht werden. Had net zo goed een martelkamer kunnen zijn.




Een paar dagen later werden de foto's ontwikkeld en al teruggebracht. Wel waren de foto's verwijderd die ik genomen had van de anti westerse propaganda. Kennelijk toch een beetje beschaamd dat we die foto's aan onze Amerikaanse bondgenoten zouden doorspelen. We hebben het verder maar beperkt tot een bezoekje aan de friend-schipstore bij de haven. Je kon daar Chinese spullen ( prullen ) kopen een hapje eten en en biertje drinken. Er zaten daar ook steeds groepjes mensen met kinderen buiten te wachten. Ze wilden de kleintjes laten zien wat een verachtelijke lieden we waren en hoe we dronken van het trapje zouden rollen. Nou ze hadden pech het alcohol percentage in het Chinese bier konden wij wel aan.

Jan Waterdrinker

Geen opmerkingen: