Reisverslag m.s. Bawean


Door Han Koppenberg,

Scheepselektricien.

Na de kustreizen met het ss Riouw en het ms Gabonkust was het wachten op de vertrek datum om naar Malta te vliegen en op te stappen op het ms Bawean roepletters PCZK. Wij zouden vliegen met 3 aflosbemanningen (2x SMN en 1x KRL of 1x SMN en 2x KRL). Het vliegen gebeurde met Martinair, in deze vliegmaatschappij hadden de SMN en KRL belangen. De aankomst datum van het ms Bawean op Malta werd steeds uitgesteld vanwege het zware weer op de Atlantic maar 22 december 1965 was het zover. De andere 2 aflosbemanningen waren reeds vertrokken en vlogen wij met 1 aflosbemanning. Wij hadden gelukkig weer een Hollandse bemanning, ik was na Chinese bemanning en Pakistaanse bemanning wel toe aan een Hollandse crew.’s Avonds met de KLM bus achter het centraalstation in Amsterdam naar het oude Schiphol. Hier werd ons nog een diner aangeboden en uiteindelijk rond middernacht kwam de grondstewardess ons ophalen om naar het vliegtuig te brengen. Zij wees in de verte op ons vliegtuig, het zag er groot uit. Maar dichterbij gekomen stond onder de vleugel van het grote vliegtuig een kleiner vliegtuig en wel een DC2/3?? genaamd de Pieter Breughel. Na het instappen en taxiën naar de startbaan kregen wij instructies over flight safety. Ik zat op de voorste rij en keek naar onze bagage overdekt met een stalen net en vastgemaakt aan de vloer. In de stoel voor u zei de stewardess bevindt zich uw reddingsvest, helaas had ik geen voorstoel dus moest het reddingsvest ergens anders vandaan komen. Wij vlogen op een hoogte van 5 Km en zonder drukcabine. De vlucht duurde 5 uur, en 5 uur lang piepstemmetjes.


Aangekomen op Malta en gebracht naar Valetta Harbour geen teken van het ms Bawean, en het ms Bawean werd ook nog niet de 1ste uren verwacht. De 1ste stuurman zocht voor onderdak, de helft kon in het zeemanshuis en de andere helft werd verderop ondergebracht in een hotel????, naast/boven een kippenslachterij, man wat een stank. Van slapen is niet veel gekomen, maar je kon een beetje uitrusten na een nacht vliegen.

’S Middags arriveerde het ms Bawean, eindelijk weer een motorschip i.p.v. een fluitketel machinekamer. Ik nam mijn werkzaamheden over van een 4de WTK algemene dienst/elektricien. Deze gaf aan dat er een omvormer 220V/60Hz met schakelkast geïnstalleerd moest worden in de gyrokamer achter de brug t.b.v. de Decca radar voor beeld verbetering en dat hij daar geen tijd voor had gehad. Hij memoreerde niets over een defect aan de dekverlichting in de paalmast SB achter luik III tegen het dekhuis aan.
’s Avonds 23 december 1965 vertrokken wij, eindelijk weer het vertrouwde geluid bij het manoeuvreren, mijn hut was aan BB en ik had uitzicht op de onderkant van een reddingssloep.

Aan BB waren 2 gemeenschappelijke douches en een toilet ingebouwd in de machinekamer en wanneer de machinekamer in bedrijf was tijdens de vaart, was het daar niet prettig toeven en was het om te smoren. Dit was wel wat anders dan op de R-boten (baby flattop of C3), waarbij tussen 2 hutten een douche en toilet zat. De dag erop verkenning in de machinekamer/stuurmachinekamer en dekwerktuigen, de machinekamer was ruim opgezet en had 4 hulpmotoren ( 3 aan SB en 1 aan BB bij de ingang van de tunnel) en een spoelkamer waarin 2 grote elektromotoren waarvan 1 een grote blower aandreef die zorgde voor luchtspoeling van de hoofdmotor. Aan de kant van de 3 hulpmotoren stond een enorme schakelkast van de 2 grote elektromotoren in de spoelkamer. Ik stond er met bewondering naar te kijken toen de HWTK uit het niets verscheen en mij gelijk verbood om in die schakelkast te kijken, en zei “ want jullie elektriciens maken hem altijd stuk”.Mijn reactie was, verwacht dan ook geen wonderen als er een defect aan de schakelkast is. Waarom 4 hulpmotoren? Dat had te maken met die grote elektromotoren voor de spoelpomp. Bij klaar maken voor vertrek stonden 4 hulpmotoren bij en werd er 1 van deze motoren van de spoelpomp aangezet dan werd er dacht ik 3000/3500Amp getrokken, het licht knipperde even en als je aan dek liep hoorde je alle machinekamer ventilatoren even in toerental minderen, het schip zuchtte als het ware.

De dekwerktuigen waren van Laurence Scott en die had ik al eens mee gemaakt op de eilandboten (ms Bali, Borneo, Celebes, Java en Sumatra) en had daar geen goede ervaring mee. Het omkeren van draairichting gebeurde via een controller (schakelwals) boven op de winchmotor, hier werd de hoofdstroom richting omgekeerd en dat gaf nog al eens problemen met de schakelwals contacten. Deze winchen op het ms Bawean waren een stuk beter en waren bijna gelijkwaardig aan de winches op de R-boten van General Electric en/of Westinghouse. Hierbij waren hoofd en hulpstroom (stuurstroom) gescheiden waardoor er minder malheur aan de schakelwals was. Alleen de elektrische rem van de Laurence Scott winch bleef nog een heikel probleem. Waren problemen met de elektrische remmen van de General Electric en Westinghouse redelijk snel op te lossen, bij de Laurence Scott winch was dat problematischer. Hier moest op de inspectie luikjes van de elektrische rem een stellage gebouwd worden en na het los nemen van de verbindingen van de elektrische spoel en het verwijderen van de bouten van de behuizing met een kettingtakel het geheel op het dek neer gezet om de remschijf voorzien van versleten ferrodo blokken aan beide zijden te verwijderen en te vervangen door een reserve exemplaar. Al met al nogal omslachtig, maar ik heb de 2 rondreizen weinig problemen gehad met de Laurence Scott winchen.

Wij kwamen op 24 december kerstavond in slecht weer en er kwam een verzoek om zoekslagen te maken i.v.m. een in nood verkerend schip, het kerstdiner op 25 december kwam te vervallen. Het in nood verkerend schip hebben wij niet aangetroffen.

De luiken gaan open om de controleren op schade gezien het slechte weer op de Atlantic. Het is een chaos beneden, er is slecht en waarschijnlijk goedkoop gesjord en auto’s zijn om de ruimladders gevouwen. De baas timmerman kwam met een losse ventilator uit een dashboard van een auto boven.

De HWTK, 4de WTK-, 2x 5de WTK en ik de scheepselektricien waren de opstappers, een van de motormannen die ook opstapte was degene die het eerste de rol van Ciske de Rat speelde in de gelijknamige film. De 1ste week als wij ontbijt hadden genuttigd in de salon kwamen wij de HWTK tegen op weg naar de salon voor zijn ontbijt, wij wensten hem een goede morgen er kwam echter geen reactie. Na die week hielden wij het voorgezien en wensten hem geen goedemorgen meer. Hij had al gauw een bijnaam en die was “Dominigue”, en die naam kreeg hij om de volgende reden. Wanneer hij zijn hut uitkwam zong hij luidkeels “Dominigue Dominigue, Dominigue dikke lul Dominigue kietelaar” en wij vulden dat aan met 2 bier.

Aangekomen op 31 december voor de haven van Beirut staakte de loodsdienst i.v.m. het slechte weer en koersten wij oud en nieuw voor de kust van Libanon op en neer. De overige havens die wij in de Middellandse zee aandeden waren Latakia en Tripoli. In Tripoli zijn de 5de WTK Otto en ik wezen stappen en alras waren wij de weg kwijt en wij wilden geen geld aan een taxi besteden om terug te komen in de haven. Ik zei tegen Otto wij gaan naar een politiebureau en laten ons terug brengen met een politieauto. Wij naar binnen en melden dat wij “lost”waren, wij werden verhoord door de commandant en daarna moesten wij wachten in de wachtkamer tot er een agent vrij was. Nu dat was om 23:00 aflossing van de wacht, de agent nam ons mee naar buiten en met grote passen beende hij weg en wij in het kielzog er achteraan, geen vervoer per auto dus.

Van Tripoli naar Cairo het Suez kanaal. Hier kwamen scheepshandelaren a/b met poefen en kamelensits en witte schoenen (met kartonnen zolen) voor onder het uniform en een goochelaar met kippetje kippetje, geef mij een gulden en zeg “ga weg “ en die gene die een gulden gaf en dat zei was zijn gulden kwijt. Hij bedankte nog wel netjes voor de verworven gulden. Bij de 1ste beste regenbui en je had die witte schoenen aan dan raakten de zolen doorweekt en lieten los.

De passering van het Suez kanaal gaf voor mij stand-by bij het Suez licht. Het Suez licht stond op de meeste schepen in het kabelgat in de boeg achter het embleem van de stad Amsterdam en was voorzien van een 1000 watt gloeilamp, op de R-boten stond hij tijdelijk op de boeg tijdens de passage van het Suez kanaal. Schepen die geen Suez licht hadden en dat waren meestal de Griekse schepen die huurden dan een Suez licht een carbid lamp die helder witlicht gaf en voor de boeg hing. Ik probeerde steeds om onder stand-by tijdens de passage uit te komen en stelde wacht te kooi voor, de reden die ik daar voor opgaf was dat als de lamp stuk ging ik deze vanwege de hitte niet stante pee kon vervangen ondanks dat ik beschikte over asbest handschoenen. En dat als ik gekleed te kooi lag en er was een defecte lamp dat ik dan bij aankomst ter plekke gelijk de lamp kon vervangen daar hij dan wel zodanig was afgekoeld dat dit geen verbrandde handen gaf. Het is mij op al mijn reizen niet gelukt om daar onder uit te komen. Je liep stand-by met de timmerman want die moest het ankerspil bedienen of het anker laten vallen. Met een Hollandse crew kon je al pratend de nacht door te komen, maar met een Chinese crew liep je met tjippy (Chinese timmerman) en dan was het “me no speaky Englisch, me no sappy”. En dan nog die irritante vletterlui van de Suez kanaal Company, zwierven over het hele schip en “psst sir psst, dirty picture’s”. Ook de loods van het Suez kanaal was speciaal geval en die ging meestal met een slof/sloffen sigaretten van boord. Het waren lange en soms erg koude nachten.

Na het verlaten van het Suez kanaal gingen wij de Rode Zee in, en op een zondag zouden wij aankomen in Djeddah .

Tijdens de Nasi maaltijd ’s middags zei de Kapitein aan de hoge druk tafel luid op : mijn benieuwen of de dekverlichting nog eens in orde komt”. De hint was duidelijk, en na de maaltijd de mast in, de natrium lamp was niet stuk en heb ik de trafo vervangen door een reserve trafo en daarna was de dekverlichting luik III SB achter weer in orde. Ik dacht ik kan niet meer stuk bij die ouwe. In de werkplaats bleek dat de trafo een slechte soldeerverbinding had. Na soldering van deze verbinding kon de trafo in reserve voorraad gezet worden. De schepen van de SMN hadden een gele dekverlichting t.b.v. het laden en lossen m.u.v. de R-boten . In mijn belevenis heb ik in al die jaren geen natrium lamp van de dekverlichting vervangen. Lag je ergens op de ree voor anker en je was wezen stappen dan zei je tot de sampan eigenaar die je naar het schip kon vervoeren dat je naar het schip moest met de “YELLOW LIGHTS”. Want er waren maar weinig schepen met deze dekverlichting en als er een met de zelfde dek- verlichting lag was het een van de eigen maatschappij. Je moest wel oppassen dat je niet a/b van het verkeerde schip stapte maar dichterbij gekomen kon je wel aan het silhouet zien of het je schip was.

In de uurtjes dat ik wat minder werk omhanden had begon ik aan de installatie van de 220V/60 Hz omvormer voor de Decca radar in de gyrokamer achter de brug. Dit was tot nu toe meestal ’s ochtends gebeurt en op een gegeven moment ga ik ’s middags aan de slag in de gyrokamer en ik was nauwelijks bezig en maakte wat lawaai stond de ouwe Harkie Dee achter mij en zei “ ’s middags wordt er geslapen a/b elek”. Kapitein zei ik “ik moet elke ochtend en middag werken, maar ik zal er rekening mee houden”. Op de brug bracht ik een aan/uit knop aan voor de omvormer 220V/60Hz en de spanningsvoorziening maakte ik schakelbaar, je weet maar nooit. Je kon d.m.v. een keuze schakelaar kiezen voor 220V/60Hz of 220V/50Hz, en daar is later op de 2de rondreis nog van geprofiteerd. De installatie van de omvormer heb ik in de ochtenduren op de 1ste rondreis voltooid.

Het eten a/b voor de officieren was goed en zeker als er passagiers a/b waren, en als de je de tafel dekking zag dan waande je je in 1ste klas hotel zoveel bestek lag er naast en voor je bord. Maakte je je 1ste reis dan wist je niet met welk bestek je moest beginnen, maar de ouderen en ervarener collega’s zeiden, pak van buiten naar binnen en dan van voor je bord naar je toe. Op een gegeven moment hadden wij vooraf een schelp met Boston Bacon Beans en de 3de WTK had extra vlees, er lagen levende maden in zijn schelp Boston Bacon Beans. De hofmeester wist niet hoe gauw hij dit moest laten afruimen, overigens was dit de enige keer dat ik dit heb mee gemaakt. Een andere keer was de hoofdmaaltijd kip, en daar wij altijd eerder aan tafel waren als de hoge druk werd de kip aan ons uit geserveerd, wij zagen de hofmeester druk tussen de keuken en salon gebaren naar de bediendes dat de kip voor de hoge druk tafel was. Voor ons het sein om het mes er in te zetten, ergo de hoge druk kreeg vleziger kip als de midden en lage druk.

Na India naar de Straits havens, Penang- Port Swettenham en Singapore.

In Singapore moest een deeptank klaar gemaakt (schoon) worden voor latex vervoer naar de States. Het krioelde van de Chinese vrouwtje in deeptank van luik V en dan die wonderlijke stellages van bamboestokken. Hierna kwam het verwarming leiding testen en persen van de deeptank en dat ging meestal met problemen gepaard, de deeptank viel onder de verantwoording van de 2de stuurman en men draaide nog al eens aan de verkeerde afsluiters en de veroorzaker was dan volgens de dekdienst de machinedienst. Op het ms Bawean viel de scherpe tegenstelling tussen dek en machinedienst nogal mee. Maar ik heb op het ms Bali meegemaakt dat de 1ste stuurman het heel erg scherp speelde met grote woorden als incompetente 5de WTK enz. Gelukkig hadden wij toen een zeer ervaren HWTK die de zaak kon sussen en goede banen leiden.

Na Singapore naar Hongkong en hier werd een zuiger getrokken, ’s avonds ging het koor van de machinekamer stappen. De volgende dag hadden ze een houten kop en waren slecht aan spreekbaar, maar de zaak moest weer dicht. Om rond 16:30 staat de 3de WTK naast mij en zegt de tornmotor v/d hoofdmotor doet het niet. Ik mee naar de machinekamer, en inderdaad de motor wilde niet draaien en in de zekeringenkast was de zekering gesprongen. Ik plaatste een nieuwe zekering en bij aanzetten van de tornmotor vloog de zekering er onmiddellijk uit. Mijn vraag aan de 3de WTK was “hebben jullie niets vergeten in het carter” vol ongeloof keek hij mij aan en je zag hem denken wat een stomme vraag. Samen langs de hoofdmotor naar de betreffende cilinder waarvan de zuiger getrokken was geweest en ik zag een handspaak zitten. Ik zeg “ wat is dat”, volgens mij hoort dat er niet te zitten. Hij ontplofte zowat en wilde mij haast aanvliegen waarop ik zei “als je niet tegen zuipen kan moet je het laten”. Wij zijn die reis geen vrienden geworden, ik had hem al eens in Singapore met de Sparks in een gelegenheid gezien alleen met een handdoek om zijn kont en dat vond hij niet prettig onze rauwdouwer en ongelikte beer. Op een avond tijdens de vaart voor de wachtwisseling naar de hondenwacht werd mijn hutdeur opengegooid en de scheepskat in mijn kooi gegooid toen ik lag te slapen. Het arme beest had uit benauwdheid zijn nagels uitgezet, maar gelukkig had ik een deken over mij heen. Deze streek kon niet anders als van de 3de WTK zijn. Al eens eerder had hij na het stappen mijn deur opengegooid tijdens het slapen en schreeuwde “hier heb je een Hamburger”, het waren 2 rode stenen met cement er tussen. Ik verdomde het om tijdens de vaart met afgesloten hut te slapen en zo kon het dus gebeuren. Blijkbaar had ik meer grip op de 3de WTK dan hij op mij . Na nogmaals de zekering van de tornmotor vervangen te hebben was deze weer bruikbaar. De bootwerkers hadden meisjes van plezier mee genomen en achteruit bleven de meeste hangen een enkeling de brutale waagde zich midscheeps. Ook kon je een bewerkte dekenkist kopen van een scheepshandelaar en die zei “als je hem nu betaald stuur ik hem op naar je huis adres” en ik wilde hem eerst naar mijn huisadres laten sturen en op de 2de rondreis afreken. Het is niet tot een koop gekomen.

Na Hongkong naar Japan, en op aanraden van de kapitein moesten wij een Turks bad proberen, nu dat was een hele ervaring. De dames stonden op je rug, trokken aan je vingers en deden voorkomen of al je vingers knapten door met de vingers te knippen. Toen de dames aan gekomen waren bij de edele delen gaven ze aan dat wij dit zelf moesten wassen en verwijderden zich discreet. Dus in een volgende haven in Japan weer naar een Turks bad, nu dit was een stuk minder en verdwenen de dames niet discreet toen ze aan kwamen bij de edele delen. Hier gaven de dames aan dat voor een vergoeding wel hand en spandiensten verricht konden worden. Wij gaven aan dat wij niet geïnteresseerd waren en wensten geen gebruik te maken van de hand en spandiensten. De 2de rondreis zijn wij niet meer naar een Turks bad geweest.

Van Japan de grote oversteek van 3 weken naar de west kust van Zuid Amerika, tijd om in de tuin te werken zoals ik het onderhoud aan de winches noemde. De zee was zo glad als een spiegeltje en dat 3 weken lang . Maar eerst moest nog ventilator (SB) boven de kombuis onderhanden genomen worden . Er stonden er twee met flinke kokers erop en de motoren zaten ter hoogte van het passagiersdek. Met diverse kettingtakels hebben wij het boven deel van de koker op getakeld en een nacht over laten hangen, dit na overleg met de Sparks over de weersvooruitzichten, nu die waren gunstig. De motor gedemonteerd en uit voorzorg op het houtendek dekkleden gelegd om dat wij altijd aan ons schoeisel wel olie resten hadden. Na reparatie en montage van het geheel kon er opgeruimd worden, helaas zat toch een spoor van ons schoeisel op het houtendek van de passagiers en dit werd ons niet in dank afgenomen door de 1ste stuurman. Er was hierover altijd gekrakeel en men verzocht ons om de werkschoenen in de machinekamer uit te trekken en slippers aan te doen bij het naar bovengaan, maar ik zag ons niet tijdens die klus op slippers lopen.

Ook de dekdienst was druk doende om alle ogen aan dek wit te schilderen want ze waren niet makkelijk in Amerika. Als een bootwerker over een koffieboon struikelde had je al een claim aan je broek als maatschappij. Ik had dit al eens eerder mee gemaakt met het ss Roebiah in New York waar een bootwerker na een avondstappen een haak van het laad en los gerei tegen zijn hoofd kreeg. Ik moest bij de HWTK komen en die liet mij een claim zien van het voorval en de klacht was dat de dekwerktuigen niet deugdelijk waren en de winchen zouden ongelijk in snelheid lopen. In Nederland zouden wij zeggen “had hij maar goed uit zijn doppen moeten kijken”. Maar hier moesten wij bewijzen dat wij er geen schuld aan hadden. Ik kon aan de hand van een dagboek v/d wzh laten zien dat ik op de oversteek van Zuid Afrika naar Amerika onderhoud had gedaan aan de desbetreffende winchen en de snelheid van beide winchen had gemeten en geen afwijkingen had geconstateerd. Ik heb er nooit meer iets van vernomen.

Wij zouden in de middag in Acapulco aankomen en het was prachtig weer dus uitstekend weer om in de tuin te werken en de aankomst Acapulco te bekijken. ’s Morgens demontage van de elektrische rem winch BB voor luik IV en in de middag de montage van de elektrische rem. Wij komen stil te liggen en ik hoor de spijker vallen, wij gaan voor anker. De pilot kwam niet i.v.m. siësta. Andere windstreken andere normen en waarden.

Na Zuid Amerika en Acapulco door het Panama kanaal naar de Golf van Mexico, nu werd alle fruit in de fruit kamers geruimd en over boord gekieperd want het kon wel eens een ziekte hebben. Vlees ging achter slot en grendel en in de 1ste Amerikaanse haven werd er store gebracht tot aan de valreep en verder mocht de scheepshandelaar niet komen anders werd het een Union kwestie .De bootwerkers moesten het store afmaken.

Het Panama kanaal was een enorme ervaring, ik was er al eens eerder door gevaren met het ss Roebiah maar het bleef indrukwekkend. Geen gesodemieter met het Suez licht en geen zandbak aan beide zijden maar veel begroeiing en enorm benauwd. Aan de kant van de South Pacific ging je per sluis 9 meter omhoog en na de 3de sluis was je 27 meter omhoog getild. De Pelikanen kwamen op ooghoogte voorbij wieken. En daarna voer je over de meren die met elkaar verbonden waren en ging je aan de North Atlantic kant 27 meter via 3 sluizen naar beneden. Het niveau van de meren bleef op peil door natuurlijke regenval.
In een van de plaatsen aan de Oostkust van Amerika, ik dacht Savannah??? moest de latex gelost worden. Hiervoor hadden wij een eigen verplaatsbare pomp met slangen met een gekoppelde motor en die werd met een zwaai boom en reep met haak boven de deeptank gehangen. Ik had alles voor bereidt , de flexibele kabels en schakelkast getest en wij konden beginnen. Het ging te langzaam volgens de Amerikanen en er kwam een uitvoerder bij mij en die vroeg mij om de scheepsspanning op te voeren van220V naar 230/240V, ik heb hem door verwezen naar de HWTK. In de golf van Mexico werkte de blanke bootwerkers apart van de zwarte bootwerkers, op het voorschip blank dan was het op het achter schip zwart. Een neger bootwerker sprak mij aan en vroeg waar wij vandaan kwamen, ik zei “Holland”nu daar had hij wel eens van gehoord en hij liet zijn kennis horen. Wij woonden volgens hem achter dijken en liepen allemaal op houten schoenen, ik zei “wat heb ik dan aan mijn voeten, dat zijn toch geen houten schoenen” en hij zei “die schoenen heb je hier gekocht”. 
Rare lui die Amerikanen.

Van de Golf van Mexico naar New York en van New York naar Malta voor de aflossing.

De 2de stuurman had het niet zo op aflossing via het vliegtuig en voer liever thuis en het was op een gegeven moment het gesprek aan de hoge druk tafel. Wij aan de midden en lage druk tafel konden het gesprek volgen en op een gegeven moment zegt de 3de WTK hardop richting hoge druk tafel “voor de gene die het nog niet wisten Martinair vliegt ook doodkisten”. De toon was gezet, de 2de stuurman in de mineur.

Al met al een rustige rondreis, behalve voor de bankwerkers want die waren constant bezig met uitgelopen lagers van de krukas van de hulpmotoren. Deze moesten dan opnieuw gegoten worden en pas gemaakt worden. Tijdens de vaart stonden altijd 3 hulpmotoren aan en er was 1 in reserve.

Na aankomst Malta Valetta Harbour kon de aflosploeg a/b komen. Wij namen afscheid van de 2de , 3de en een 5de WTK en de 2de stuurman die zo opzag tegen het aflossen per vliegtuig. En keken uit naar de vervangers, er zaten bekenden bij van vorige schepen zoals de 2de stuurman, 4 de WTK was op een vorig schip 5de WTK geweest. Onze 4de WTK was 3de WTK geworden en waar hij zo snel een uniformjas vandaan haalde met 2 banden was even een raadsel. Nu iedereen moest het aan tafel zien dat hij 3de WTK was geworden, hij zat continue met zijn ellebogen op tafel en zijn armen omhoog om zijn 2 banden te showen. Wij zaten alleen met de ellebogen op tafel als het stormweer was en de stormranden van de tafels omhoog stonden. Een zielige vertoning en krijgt een vervolg.

De meeste mensen a/b hadden een verkorte aanspreek titel zoals Ouwe, Chief, Second, Sparks- Hofjood, Ampat (4de stuurman) en ik Elek, Boots en niet te vergeten de baas timmerman zijn bijnaam die was keggemepper. Na aantreden van de 2de stuurman sprak hij mij net als op het ss Roebiah aan met Japie kortsluiting/stopcontact overigens met goede bedoeling.

Op de 2de rondreis deden wij ongeveer dezelfde havens aan als bij de 1ste rondreis en bij het verlaten van de Rode Zee en het ingaan van de Indische Oceaan met een lichte deining staat ’s avonds ineens de HWTK in mijn hut en die zei “er zijn problemen met de elektromotor van de spoelpomp”. Beneden aangekomen in de spoelkamer stonden de koolborstels best te vonken en vonkende borstels slijten harder en brengen schade aan de collector toe. Wat te doen, stoppen met de vaart een andere elektromotor aankoppelen aan de blower of met staafje fiberglas??? de collectors slijpen. Wij besloten tot het laatste, toen was de vraag durf jij het of moet ik het doen, mijn antwoord was “wie is er de elektricien”. Dus ik moest het dus maar doen, er was een rubberen mat in de spoelkamer en die legden wij voor de elektromotor en daarop ging ik staan en bracht het staafje voorzichtig tegen de 1ste collector aan en het vonken verminderde, daarna deed ik de andere 2 collectoren. Dit ritueel deed ik elke einde van de dag tot aan Bombay India. De maatschappij was bezuinigingen aan het doorvoeren en het groene gordijn met het SMN embleem voor de wastafel in je hut tussen 2 opbergkasten kwam te vervallen. Bij Piet in Bombay een iedereen welbekend een ander gordijn besteld om de wastafel uitzicht te houden. Bij vertrek Bombay was de andere elektromotor gekoppeld aan de blower en ging de reis naar Calcutta. Na een paar dagen begon ook deze elektromotor kuren te vertonen en vonkten de borstels flink en ook nu weer konden ik het tijdelijk oplossen met het staafje. Maar wij hadden nu wel 2 elektromotoren die kuren vertoonden. Ik heb uitgezocht wat voor mogelijkheid ik had om dit vonken van de borstels te voorkomen en hiervoor hadden wij een ingenieus slijpapparaat a/b waarmee je de collectoren kon afslijpen. In Calcutta zouden wij ongeveer 6 weken blijven en het was geen Bohr tijd dus kon het probleem aan gepakt worden. Mijn werkzaamheden in de machinekamer liepen op door onnodige reparaties veroorzaakt door een eigenwijze 2de WTK die zijn 1ste reis als 2de WTK maakte (zie eerder verslag ms Bawean). Na demontage van het bovenschild van de voorste elektromotor en het bovenste gedeelte van de borstelbrug en het verwijderen van alle koolborstel (144 stuks) kon ik het slijpapparaat op het onder schild van de elektromotor monteren. Tevens namen wij een loodje van de lagers maar deze gaven geen afwijking en konden de lagers niet het probleem zijn van het vonken van de koolborstels. Door nu de andere elektromotor aan de blower te koppelen kon de voorste elektromotor aangedreven worden. Gelijk heb ik merkteken op beide koppelingen aangebracht in welke stand de collectoren waren afgeslepen. Ik vond dit handig zodat de blower altijd aan de elektromotor was gekoppeld in de stand waarin hij was afgeslepen. Tijdens de middag pauze en gelukkig hadden wij de beschikking over 4 hulpmotoren heb ik de 3 collectoren van de voorste elektromotor afgeslepen. Nu begon het tijdrovende werk, collectoren zagen zodat de isolatie tussen de lamellen van het anker niet boven de collector uitstak of gelijk was een beren werk. Er was intussen in de separatorkamer, de kamer naast de spoelkamer een elektromotor van een separator met defecte lagers en hier boog een 5de WTK zich over om mij te ontlasten. Het lukte hem om de lagers te vervangen maar als je de motor van de separator aanzette wilde de motor niet draaien, terwijl je als je aan de koppeling draaide in stilstand hij vlekkeloos kon draaien. Wat had die goochemerd gedaan en het is mij een raadsel waarom, hij had de bouten van houders van de shuntspoelen een paar slagen los gedraaid. En als de elektromotor aangezet werd vlogen deze houders vast op het anker als een magneet en kon de motor niet draaien. Na vast zetten van de bouten van de spoelhouders was het probleem verholpen, maar het had mij toch even uit mijn werk met de elektromotor van de spoelpomp getrokken en er lagen ook nog een hoop ruimlampen met kabelbreuk te wachten. De aandacht kon nu weer aan de elektromotor gegeven worden en na het zagen van de collector nog even de braampjes van het zagen met een schuurpapiertje weggehaald en kon de montage van de bovenste borstelbrug beginnen. En daarna 144 koolborstel in de ronding van de collector in schuren, ik zat onder de blauwe plekken. Nu was de andere elektromotor aan de beurt en moest het hele ritueel herhaald worden. Maar tijdens de lig periode in Calcutta was het werk aan de elektromotoren van de spoelpompen afgerond. Nu was het wachten op het vertrek en hoe de koolborstels zich zouden gedragen. Het waren nogal kwetsbare motoren en in de haven lag onder beide motoren een serie kooldraadlampen en de buitenluchtkoeling was dicht gezet om schade aan de motoren te voorkomen. Bij de vertrek werden de kooldraadlampen onder de d.d. motor weggehaald en stond de volle buitenlucht als koeling op de elektromotor en dit kon droge maar ook vochtige lucht zijn. Wij gaan vertrekken uit Calcutta, de kooldraadlampen zijn verwijderd en de volle vochtige buitenlucht staat de elektromotor te koelen. Het vertrek sein blijft uren uit en de 4de WTK vertrouwd het niet met de elektromotor en laat mij halen, ik megger de elektromotor en de weerstand tegen aarde is nul Ohm. Als deze motor aangezet was geweest dan had het vuurwerk geworden. Zo rap als wij konden koppelden wij de elektromotor met 0,0 Ohm los van de blower en koppelden de ander aan, namen de kooldraadlampen weg en waren op tijd voor het vertrek sein, ook de luchtkoeling hadden wij omgezet. De ander elektromotor startte vlekkeloos en er was geen vonkje van de koolborstels te zien. Snel de kooldraadlampen onder de andere om de weerstand op te peppen. Deze was de volgende dag alweer opgelopen. Ik heb de verder reis geen omkijken meer naar deze elektromotoren gehad. Maar het omzetten kreeg nog een staartje, wij hadden de HWTK niet in gelicht en kregen wij dus onder uit de zak terwijl wij ons handelen als goed zeemanschap beoordeelden, het kan verkeren.

Met de bankwerker ome Frans ben ik in het ketelhuis aan het werk als ik een diepe zucht naast mij hoor en ik zie ome Frans onderuit gaan, ik kon hem nog net opvangen en op het dek leggen in het ketelhuis. Ik rap naar de zieken Pa en deze constateerde dat hij wel weer bij kwam. Wat was het geval, ome Frans was gek op een zuchie (biertje) en hij had teveel zuchies op. Op een turbine schip ging je een kwartiertje boven de ketel zitten en het ongemak behoorde tot de verleden tijd.

Wij verlaten Japan op weg naar Zuid Amerika en het weer wordt onstuimiger en ik loop aan de eind van de dag een rondje of al mijn spullen wel zeevast staan en boven bij de AC kamer zie ik de HWTK in overall terwijl je hem alleen in overall tegen kwam tijdens manoeuvreren in de machinekamer. De AC viel onder de verantwoording van de 3de WTK en die moest deze na zijn wacht de achtermiddagwacht bijvullen maar dat lukte onze 2 bander niet en hij moest hulp hebben van de HWTK, het kan verkeren. Het weer wordt slechter en slechter en was het midscheeps al niet te harden, het moet voor de mensen die achteruit sliepen een hel zijn. Bij het paaltje pikken kwam de kont omhoog en sloeg de schroef door tot dat de regulateur van de hoofdmotor ingreep en bij het neer komen van de kont dan groef de schroef zich in het water met vreselijk veel lawaai. Zij gingen niet alleen op en neer achteruit, zij maakten a.h.w. een eclips in de draairichting van de schroef, ik had diepe bewondering voor de mensen die achteruit sliepen. Ik denk dat zij die 3 dagen geen oog hebben dicht gedaan door het slaan van de kont. De zaterdag erop kwamen wij in rustig weer en werd het ms Bawean een spookschip. Iedereen was die middag slaap aan het inhalen m.u.v. de wachten. Er zijn problemen met hulpmotor III en deze keer niet een uitgelopen krukas lager maar een gebroken krukas. Wij hebben 3 hulpmotoren over en het wordt schipperen met stroom bij aankomst en vertrek. De keuken en AC gaan uit bij vertrek of aankomst. De reserve krukas komt met een schip van de KNSM naar de Golf van Mexico. Op de oversteek hadden wij een boerenparty met de passagiers en ik had wat guirlandes opgehangen op het passagiersdek en allen waren verkleed op deze party en daar komt de HWTK naar mij toe en vraagt “waarom zeg jij mij geen goedemorgen” ik heb het hem uitgelegd wat de oorzaak was en onder het genot van een biertje hebben wij het uit gepraat en van toen af was het weer goedemorgen tegen elkaar. Na 8 maanden a/b wensten wij elkaar dus weer goedemorgen. Aangekomen voor Valparaiso in de middag komen wij met wachten op de loods dwarszee te liggen en er komt een enorm lawaai uit de keuken het personeel was om die tijd vrijaf, alle potten en pannen vlogen van het fornuis.

Op een zondag tijdens de oversteek ga ik na de Nasi maaltijd naar de brug op de achtermiddagwacht en zeg tegen de 2de stuurman laat mij eens even wiele. De automatische pilot wordt uitgezet en ik krijg op welke koers ik moest sturen. Het 1ste kwartier ging het goed en voer ik in nagenoeg een rechte koers maar na 1 uur begon ik steeds meer te corrigeren en voeren wij al zig zaggend over de grote plas. Ik was dus niet in de wieg gelegd voor roerganger. De automatische pilot werd weer aangezet.

Op de 2de rondreis was er ook een nieuwe handlanger a/b gekomen en deze had op een seminar gezeten voor opleiding als priester en hij ging overal stappen waar het maar kon want volgens zijn zeggen moest hij een hoop inhalen. Een motorman ook opgestapt op de 2de rondreis heeft een drank probleem en gaat tijdens de wacht steeds naar achteruit om een biertje te drinken, hij moet op het matje komen bij de HWTK. Maar hij was niet de enige ook ik kon hem wel redelijk raken met bier en het was al zover dat ik ’s morgens om 09:00 een biertje in de keuken haalde om de nare smaak in mijn mond weg te spoelen. Ik vond dat ik ver heen was met het bier en stante pee ben ik gestopt met het drinken van bier. Er waren kapiteins die 4 biertjes p/dag toe lieten zoals kapitein MZB. Hoewel het niet goed te praten was als er te veel bier werd gedronken vond ik het erger als een kapitein dagelijks over de schreef ging. Op een vorig schip had een kapitein in de ene hoek van zijn hut een biertje staan en in de andere hoek en borrel en daar ijsbeerde hij tussen heen en weer. Het was vermakelijk gezicht als hij de salon in stapte, hij trok zijn been zo hoog op om over de opstand te komen die op de Amerikaanse schepen zaten dat zijn knie bijna zijn neus raakte. En toen wij vanuit de buitenlijn in charter thuis voeren en de jenever voorraad slonk liet hij door de hofmeester de jenever confisqueren. Zulke mensen met zo’n rang waren een schande voor het korps officieren.

De Hobart in de keuken is stuk en ik reageerde er blijkbaar nonchalant op dat de bakker zijn beklag doet bij de HWTK, en kreeg ik de HWTK op mijn dak en kreeg de opdracht “in behoud van schip en lading”. Dit hield in doorgaan tot het karwei geklaard is, ’s avond rond 23:00 deed de Hobart het weer niet met 3 maar met 2 snelheden. Als de bakker nou een min kereltje was geweest had ik het nog kunnen billijken maar het was een beer van een kerel. Ik vond de opdracht nogal zwaar aangezet.

Na passage Panama kanaal krijgen wij in de 1ste beste haven de krukas a/b en er is tevens een service medewerker van Stork overgevlogen. Er wordt een oudere 5de WTK vrij gemaakt van het wachtlopen en deze gaat de Stork medewerker helpen evenals de bankwerkers en handlangers. Wanneer de gebroken krukas eruit is blijken er scheuren in de grondplaat van het carter te zitten. In New York komt een Amerikaanse ploeg a/b die de scheuren gingen tide locken???. De opbouw van hulpmotor III wordt voortvarend ter hand genomen door de Stork man, 5de WTK de bankwerkers en handlangers. Het is oktober 1966 en het is al koel in de machinekamer en ik loop met een legerjack aan voor de warmte. Ik maak de collector schoon van dynamo van hulpmotor I met cleaning solvent (tetra) en de koolborstel gangbaar. Wij gaan vertrekken en hulpmotor I wordt opgestart echter de dynamo geeft geen spanning af er zij nu nog 2 dynamo’s over en operationeel te weinig om 1 elektrische spoelmotor te starten, wat nou weer ik heb hem alleen maar schoon gemaakt. Met een voltmeter achter het hoofdschakelbord, er is geen spanning te meten en ook niet bij het draaien aan de spanningsregelaar. Ik zet de voltmeter op 2 verschillende koolborstels en het is 0,0 Volt, ik zet met de meetpennen van de voltmeter druk op de koolborstels en zie daar heb ik uitslag. Er was na het schoonmaken met cleaning solvent een filmlaagje die isoleerde over de collector gekomen door de lage temperatuur in de machinekamer. Met een doekje met cleaning solvent al draaiende de collector nogmaals schoon gemaakt en wij zijn weer operationeel met Hulpmotor en Dynamo I. Wij kunnen vertrekken uit New York en op naar Malta.

Overigens het stappen in New York was iets aparts, je moest daarvoor met de ondergrondse via de brug of de tunnel naar down-town en hiervoor zat je 1 uur in de ondergrondse. Wij bezochten Broadway, Central-park, Empire State Bulding, Vrijheidsbeeld en geregeld door de maatschappij Radio City Music Hall en dat ging ons goed af. Maar nu terug naar het schip en daar ontstonden in de ondergrondse hilarische momenten. Je moest up-town naar de 4th Av 59 st en daarvoor nam je de BMT Sea Beach Exp en aangekomen op station De Kalb stapten de twijfelaars uit en sommigen weer terug als de achterblijvers zeiden dat ze in de goede trein zaten. De helft van de stappers zat in de trein en de andere helft stond op het station, wanneer de ondergrondse na station De Kalb niet rechts afging moest je in het 1ste beste station na De Kalb uitstappen en weer terug reizen naar station De Kalb en dat kon allemaal op 1 kaartje zolang je maar niet door de tourniquets ging. Aangekomen op de 59 st ging je ’s avonds met een taxi naar het schip daar je door de Portoricaanse wijk moest en dit was niet veilig.

Het is een redelijke overtocht en dan laat er weer een hulpmotor (II) het afweten met uitgelopen krukas lager problemen. Nu moest er een afweging gemaakt worden welke hulpmotor moest alle aandacht krijgen, die met het uitgelopen lager of hulpmotor III die waarvan de krukas vervangen was en die bijna weer opgebouwd was. Men schatte dat het werk aan hulpmotor III minder was dan dat aan hulpmotor II, en wederom krijgen wij te horen” in behoud van schip en lading” dit keer kon ik de opdracht billijken.

Ik maak de collector schoon de koolborstels gangbaar en de 3de WTK (de 2 bander) moest op hondenwacht nog even de lagers van de dynamo met olie bijvullen, en ja hoor tijdens een zeetje giet hij de olie niet in het lager maar over de collector, ik zou hem bijna aanvliegen wat een kluns. Nogmaals de collector schoongemaakt en de koolborstels na gelopen. Wij kunnen starten, de lucht wordt aangezet maar de hulpmotor start niet. Wij keken elkaar aan, was er een verkeerde keus gemaakt, maar de jongste 5de WTK die zijn 1ste reis maakte en nog wacht liep begint als een gek aan de indicateur kranen te draaien en zegt starten. En ja hoor daar liep hulpmotor III weer en hadden wij weer de beschikking over 3 hulpmotoren en dynamo’s. Na bijna 24 uur met zijn allen (bankwerkers-handlangers-de man van Stork- de 5de WTK tijdelijk in algemene dienst en ik) aan een stuk gewerkt te hebben was de klus geklaard. De wachten voor het machinekamerpersoneel liepen gewoon door. Behalve de 3de WTK die kwam na zijn hondenwacht ons even helpen met het hiervoor gemelde resultaat. Uitgeput zochten wij de kooi op, maar door oververmoeidheid kwam er weinig van slapen terecht. Dus de overall maar weer aan, ik zocht een makkelijk klusje en besloot ruimlampen te repareren. De bankwerkers waren intussen bezig met het smelten van het uitgelopen lager en opnieuw te gieten. Voor de aankomst Malta was ook hulpmotor II hersteld en konden wij onze opvolgers een volledig werkend schip overdragen. Mijn opvolger was een 1ste elektricien en die kwam m.i. in een gespreid bedje, oh ja er was toch nog een probleem de 220V/60Hz omvormer voor de Decca radar had het af laten weten. Op de brug had men de omvormer gestart en nooit meer uit gezet, op een gegeven moment kwam de melding dat de Decca radar het niet deed. Onderzoek aan de omvormer wees uit dat de koolborstels op en versleten waren en ik had geen reserve koolborstel. De radar weer via de keuze schakelaar op 220V/50Hz gezet. De vooruitziende blik betaalde zich hier uit. Op de brug hadden ze er nogal een handje van om iets aan te zetten en nooit meer uit te zetten. Bij aankomst in een haven bestelden ze stroom en dek en waswater om dit nooit meer af te bestellen. Menigmaal ben ik naar de 1ste stuurman geweest op volle zee om te vragen of er nog bootwerkers a/b waren en of het lossen nog niet klaar was. Hoezo was de vraag en ik zei “stroom aan dek is nog niet afbesteld”. Ik heb hiermee een probleem op een van de eilanden schepen gehad. Wanneer je van haven naar haven ging en het weer liet het toe dan voer je met getopte bomen en dat scheelde de dekdienst veel werk bij aankomst en vertrek. Wat was het geval, wij waren dacht ik vertrokken van Port Swettenham en de dekdienst zette de getopte bomen vast d.m.v. de hijshaak aan het luikhoofd. Bij de oude Laurence Scott winchen had je ook een voetrem en bij het strak trekken van de repen op luik V BB achter(zware spier winch) had men de voetrem gebruikt om zachtjes de repen aan te trekken en de schakelwals in stand 1 laten staan. Na verloop van een dag kwamen de Chinezen klagen over stank op het achterdek daar de Chinezen bij goed weer hun maaltijd op het luikhoofd van luik VI gebruikten. De bedrading van de desbetreffende winch was gaan smelten en verspreidde die stank, de winch was behoorlijk heet maar de verf bladderde nog net niet. Bij afbestellen van stroom aan dek na vertrek was dit probleem te voorkomen geweest. Met kunst en vliegwerk (hoofdbedrading tussen schakelwals en contactorbak vervangen) en het bestellen van 2 tien mm dikke chimmis??? (afstel ½ ringen voor de elektrische rem ) in Singapore heb ik de winch weer operationeel gekregen.

Ook wij vlogen met Martiair, een Lockheed Elektra en in 3 uur stonden wij op oud Schiphol, heel wat anders als de heenreis met de DC2/3.

Tot zover de 2 rondreizen (23-12-1965 t/m 26-10-1966) met het ms Bawean en ik dacht in de Bombay Far East-Service met toevoeging van Japan hierbij voeren wij over 5 van de 7 wereldzeeën te weten: Middellandse Zee- Indische Oceaan- North Pacific- South Pacific- en de Norh Atlantic, En Neptunes wie is dat, de keren dat wij over evenaar kwamen liet hij zich niet zien.

Han Koppenberg


Geen opmerkingen: