Hallo collega’s, hier een verhaaltje over de Bali in dok in Calcutta.
Even een voorafje, ik ben mijn eerste reis begonnen met mijn VD-diploma omdat ik al praktijkervaring had opgedaan bij Stork in Hengelo. De HWTK de Koning vond dat maar niks, had veel liever mensen die nog een memoriaal moesten bijhouden. Hij wilde hebben dat ik dat deed, maar heb dat geweigerd. Ik moest toen van hem iedere week een leidingschema maken en bij hem inleveren. Dat kon ik niet weigeren en was hem achteraf dankbaar dat ik dat gedaan heb. Dat schip kende ik wat dat betreft van voor naar achter en van onder naar boven. Ik heb er, zolang ik gevaren heb, veel plezier aan gehad. Hoe moeilijk die de Koning ook was, veel van hem geleerd, achteraf gezien dan.
Nu het dokken in Calcutta, natuurlijk dood schip, toiletten en douchen aan de wal, elektriciteit van de wal, enz. Wat die elektriciteit betreft was het een puinhoop, er was meer geen stroom dan wel. We zijn op de wal gaan kijken, stonden generatoren waar meer dan de helft van de koolborstels verdwenen waren en er stonden drie van die generatoren te draaien om ons af en toe van stroom te voorzien. Geen airco (koude kachels) dus bloedheet. Omdat ik het hele leidingschema goed in kaart had gebracht ben ik eens gaan kijken of we één hulpmotor konden laten draaien met water van de wal, dat was er genoeg. De aanvoer van koelwater ging vanuit een crossoverleiding met een hoge en lage inlaat. Als deze inlaatafsluiters gesloten waren, was het via de brandblusaansluitingen aan dek mogelijk deze leiding te vullen met brandbluswater van de wal door slangen aan te sluiten op de brandblusafsluiters aan dek.
Dit geheel hebben we voorgesteld aan de 2e WTK en deze ging dat regelen bij de HWTK en kapitein. Het kon allemaal op voorwaarde dat toiletten en douches niet gebruikt werden. Slangen van de wal aangesloten op de brandblusafsluiters, water er op, koelwaterpomp voor de hulpmoter bij, motor gestart en het geheel liep als een trein. Wij hadden elektriciteit, airco en konden douchen en eventueel onze behoefte doen, maar dan wel ’s nachts of ’s avonds laat en als er iemand oplette dat geen dokpersoneel in de buurt was. De mensen in het dok vroegen zich wel af waar al die rotzooi in dok vandaan kwam, maar daar konden ze zelf ook wel wat van en er was een ploeg die dat elke dag schoon spoot met water.
De moraal van het verhaal is dat het nog niet zo slecht was dat je onder de plaat geschopt werd als beginnend wtk’tje om alle leidingen na te lopen en er schema’s van te maken. Die oude HWTK’s hadden het wat dat betreft bij het rechte end.
Groeten van Wim Vroom.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten